De volgende ochtend pakten we de boot naar de overkant en met 45 minute stonden we in de stralende zon op Mull in het plaatsje Craignuir. Mull lijkt een beetje op het eiland “Sky” maar is dan iets kleiner. Het eiland heeft nu zo’n 4000 inwoners. Een stuk minder dan de 10.000 die er vroeger leefden. In de 18e eeuw ontdekten landeigenaren in heel schotland dat het houden van schapen, meer geld op levert dan het verhuren van huizen en land aan de bewoners. Gedurende deze periode, die bekend staat als “The Highland clearance”, werden veel Schotten uit hun huizen verdreven en verhuisden veel Schotten nood gedwongen naar het buitenland; USA, Canada, Australië, etc. Ook het eiland Mull heeft op die manier een erg groot deel van zijn bevolking verloren. Maar dat maakt het een mooi rustgevend eiland, met veel schapen. Net een soort Texel dus, maar dan net even anders.
De doorgaande wegen op Mull zijn smalle weggetjes, met her en der verbredingen om een tegenligger de ruikte te kunnen geven om te passeren. Effe rap het eiland rond krossen zit er dan ook niet in. De hoogste snelheid die ik (constant) heb kunnen rijden was zo’n 50km per uur. Maar dat is geen straf op dit eiland, de omgeving is prachtig en erg variërend.
Die zaterdag reden wij vanuit Craignuir, aan het zuiden van het eiland, via de oostkust naar het plaatsje Tobermory, aan de noordzijde van het eiland. Onderweg stopten we vaak om een wandeling te maken, of gewoon even een hapje te eten (ook niet geheel onbelangrijk). Aan het einde van de middag pakten we een terrasje aan de haven in Tobemory, waarna we zouden inchecken in de jeugdherberg. Helaas waren er nog alleen plaats op slaapzalen beschikbaar (mannen en vrouwen apart) dus zijn we even door gereden en pakten wij in de buurt van Calgory (nee niet in Canada) een leuk hotelletje in een heel schattig dorpje.
De volgende dag reden wij via de westkust terg richting het zuiden. Het weer was nog steeds prachtig. De westkust is nog mooier en de wegen zijn nog kronkeliger. Onderweg moesten we weer regelmatig stoppen voor de schapen met lammetjes, Schotse hooglanders met kalfjes die de weg blokkeerde en moest ik regelmatig fazanten ontwijken. Het scheelde niet veel of ik had de “Famous Grouse” in de gril van de fiat. Vlak voordat we bij de boot waren hebben wij nog even “Duart castle” bekeken. Dit is het kasteel van de MacClean clan (bekend door hun tandpasta) en is ook bewoond geweest door de oprichter van de “Scouting” beweging (de jonge woudlopers enzo). We hadden niet zo veel tijd want we moesten de boot halen. Toen we de auto de boot opreden kwamen de eerste wolken en toen weer aankwamen in Oban was het helemaal bewolkt. We hadden precies het hele weekend zon gehad. Na 3 uurtjes sturen waren we weer terug in Edinburgh.
1 comment:
Leuk tripje en mooie foto"s!
Post a Comment