Onze bestemming was het “Isle of Skye” een eiland in het Noord Westen van Schotland dat tegenwoordig door middel van een brug met het vaste land is verbonden. Door de grote afstand vanaf Edinburgh (ruim 450 km) en de vele kronkelwegen die naar Skye gaan duurde de reis langer dan gedacht en werd ons weekend een toeristische “Drive-by” waar menig japanner jaloers op kan zijn.
Op Zaterdagochtend 9 uur zijn wij met een volle tank vertrokken naar Skye. Lange afstanden rijden in Schotland is geen straf. Ondanks het regenachtige- en mistige weer hadden wij een hele mooie rit door het landschap dat in Edinburgh redelijk vlak begint en eindigt in bergen en eilanden van de Highlands. Onderweg zijn wij vaak gestopt om toeristische attracties te bekijken die in heel Schotland keurig met borden langs de kant van de weg staan aangegeven. Om half vijf ´s middags kwamen wij eindelijk aan bij de “Tourist Information” op Skye met de vraag of er eigenlijk wel iets te doen valt op het eiland.
Isle of Skye is een prachtig eiland met heel veel schapen. Een soort Texel dus, maar dan met bergen. De schapen lopen gewoon los rond op het eiland, oppassen dus. Bijna een schaap in de gril van de Skoda. (schaap + grill = ?)
Op aanraden van de VVV´er reden wij naar “Egol”, een piepklein plaatsje aan de zuid west kant van het eiland om het uitzicht op “The Collins” te bewonderen. “The Collins” is een bergketentje met een hoogte van ruim 900 meter dat vanuit zee omhoog komt. Snel een paar foto´s genomen en doorgereden naar Portree, een plaatsje in het midden van het eiland. In Portree hebben wij overnacht in een Hostel. Romantisch met zijn tweetjes in een te klein stapelbedje tussen dronken Spanjaarden.
De volgende dag zijn wij door gereden naar “Dunvegan” om daar het “Castle of Dunvegan” te bewonderen. Dit kasteel werd, en wordt nog steeds, bewoond door het hoofd van de Macleod Clan. (Jaja kennen jullie de film “Highlander” nog? Die Macleod dus).
De Macleod Clan was vroeger een hele machtige clan die over Isle of Skye en een groot deel van de Highlands heersten. Gelijktijdig waren de Macleods in een tweehonderdjarige oorlog verwikkeld met een andere machtige clan, de Macdonnalds (stel je voor: Ronald MacDonald in een kilt) die over het zuidelijke dele van de Highlands heersten. Deze oorlog is in het einde van de 16e eeuw door de het Koningshuis de kop in gedrukt nadat een grote veldslag op Isle of Skye beide clans bijna volledig had uitgeroeid.
Ondanks de rijke historie blijft het een klein lelijk kasteel dat onze interesse niet kon wekken. Wij zijn dus niet naar binnen geweest en zijn doorgereden naar de volgende toeristische attractie op de kaart, “ Dun Beag Broch”.
Dun Beag Broch is een van de best bewaard gebleven Brochs in Schotland. Jaja daar stonden wij ook van te kijken. De Dun Breag Broch dateert nog uit de prehistorie, ijzertijd om preciezer te zijn, en moet vroeger ruim 10 meter hoog zijn geweest. Na de ijzertijd is de Broch nog lange tijd gebruikt door andere volkeren die later Schotland bezetten, de picten, de Noormannen en tenslotte de schotten zelf. Waneer de Broch in verval is geraakt is niet bekend, maar de Broch staat er nog voor een groot deel. Vroeger gaf zijn locatie, boven op een berg, groot strategisch voordeel, maar tegenwoordig levert het alleen nog maar een mooi uitzicht op. (misschien ter overvloede, maar een Broch is dus een cirkelvormig verdedigingsfort gemaakt van gestapelde stenen zonder cement).
Onze volgende doel was de “Talisker Distillery” waar onder andere “Drambruie” wordt gemaakt. Helaas, het was zondag. Ze zijn het hele jaar open, maar niet op zondag. Teleurgesteld gingen wij verder met onze terugreis naar Edinburgh.
Eenmaal op het vaste land aangekomen zijn nog even bij het “Eilean Donan Castle” gestopt. Een pittoresk kasteeltje dat in een inham tussen de bergen op een rots in zee staat en met een bruggetje met het vaste land is verbonden. Beetje jammer dat bij laag water de slotgracht droog staat, nuttige slotgracht… Een paar foto´s gemaakt, kopje koffie gedronken en gauw weer verder.
In tegenstelling tot de heenweg hadden wij nu prachtig weer en leek de omgeving niet op het landschap van de heenweg. Waar op de heenweg wolken waren, waren nu bergen, bossen, meren en een local met een doedelzak.
Omdat een road trip in Schotland niet compleet is zonder een Whisky stokerij te bezoeken reden wij langs de Dalwhinnie Distillery. Hier kwamen wij op de heenweg ook al langs en zijn wij een paar jaar geleden al met Lisa geweest toen wij ook op een roadtrip waren. Maarja, het was nog steeds zondag dus waren zij ook gesloten.
Koppig als wij zijn, zijn wij doorgereden naar de volgende Whisky stokerij; “Edradour”. De kleinste whiskystokerij in Schotland die bij het pittige plaatsje “Pitlochry” ligt. Deze stokerij was gelukkig wel open op zondag. Wij kwamen vlak voor sluitingstijd aan. Rondleidingen werden er niet meer geven, maar gelukkig was de souvenirshop nog open. Uiteraard een fles whisky gekocht en natuurlijk ook bijbehorend drinkgerij. Edradour whisky dient natuurlijk te worden gedronken uit een originele Edradour-… koffiemok! Ze verkochten helaas geen Edradour colaglazen.
3 comments:
Jeetje Daan is wel heeeel intiem met die schotten zeg!
Leuk stukje weer Bas we zijn weer een beetje op de hoogte
gr. Marion
Edradour!!! ben ik ook geweest, jammer dat jullie geen rondleiding meer konden doen! is nl wel echt de moeite waard!
kus Lisa
Bas ik ben bijna door mijn fles Edradour heen, gekocht ter plekke.
Erg lekker.Dussss
Volgens de gids was dit de kleinste legale stokerij.
groetjes Kees.
Post a Comment